Het parochiebestuur is verantwoordelijk voor de financiële gang van zaken in de parochie. Het bepaalt het beleid en dus de financiële consequenties die dit beleid oproept. Het bestuur wordt geconfronteerd met inkomsten en uitgaven. Voor de inkomsten zijn we vrijwel geheel aangewezen op de bijdragen door de parochianen. Deze bijdrage is dé belangrijkste bron, maar ook de inkomsten uit collecten, misstipendia (de intenties), giften en andere baten zoals eventuele rente, dividenden tellen mee. Tot de uitgaven behoren de personeels- en onderhoudskosten, verlichting en verwarming, verzekeringen, liturgische en catechese benodigdheden, verplichte bijdragen aan het bisdom, administratiekosten, enz. U begrijpt dat de ‘kerken’ alleen maar kunnen overleven mede dankzij de vele vrijwilligers, die onbezoldigd hun handen uit de mouwen steken. Dat uw bijdrage, ook al lijkt deze klein, zeer welkom is, zal wel duidelijk zijn. Hier geldt: “Vele kleintjes maken een grote”.
Wie vindt het niet vanzelfsprekend dat er een kerkgebouw is, waar iemand terecht kan om een dienst bij te wonen, een kind te laten dopen, te huwen of zijn doden te begraven? Juist met het oog op de toekomst is het voor de overlevingskansen van een parochie hard nodig om een financiële basis te hebben en te behouden. Mede via de bijdrage kunnen we de parochie in stand houden en haar toekomst verzekeren. Wij zijn u voor uw bijdrage heel dankbaar.
De laatste jaren is het exploitatietekort gestegen. De oorzaken zijn minder inkomsten door lagere kerkbijdragen, minder kerkbezoek (ook uitvaartdiensten en huwelijken) en vrijwel geen opbrengst meer uit onder andere rente. De kosten worden door terughoudend beleid van het bestuur zoveel mogelijk beperkt. Het onderhoud van de kerkgebouwen kost veel geld.
De Kerk heeft het moeilijk en het zal zeker niet beter worden. De binding van parochianen met de geloofsgemeenschappen verandert. Veel mensen hebben het gevoel de kerk niet meer zo nodig te hebben voor hun leven en welzijn. Dit wordt nog extra gevoed door de vaak negatieve manier waarop de kerk in het nieuws komt. Men draagt daardoor ook financieel minder of helemaal niet meer bij. Het kan ook zijn, dat ook u niet zoveel met de kerk hebt, maar wel trots bent op het feit dat er in uw dorp een kerk staat, als teken van verbondenheid en gemeenschap van oudere en jongere mensen.