Als de bel geklonken heeft komen de misdienaar(s) en de priester binnen. De mensen gaan staan en zingen een intredelied. Ter begroeting maken gelovigen en de priester een kruisteken. Er wordt een schuldbelijdenis gedaan en men vraagt om vergeving van begane zonden c.q. tekortkomingen. Dan volgt de dienst van het woord. Hier worden een stukje uit het Oude Testament, de brieven van de apostelen of het boek Openbaring voorgelezen. Daarna volgt er een lezing uit het evangelie.
In een overweging, preek of homilie genaamd, legt de priester de lezingen uit en geeft er een wending aan waarmee hij de aanwezigen probeert te raken. Vaak wordt er een link gelegd met de huidige stand van zake in de wereld om ons heen.
Daarna wordt de geloofsbelijdenis (credo) uitgesproken of gezongen. Een geloofsbelijdenis is een geheel van artikelen waarin een geloof is samengevat, of een belangrijke formulering of spreuk die de kern van een religie uitdrukt.
In de voorbeden wordt door de gelovigen gevraagd om hulp, wijsheid, kracht en mededogen in hun aardse bestaan. Dan volgt de dienst van de tafel/altaar. Hier wordt verwezen naar het offer van Christus. Hij gaf immers zijn lichaam en bloed voor zijn overtuiging. De collecte is een teken van verbondenheid tussen wat zich voltrekt op het altaar; ze verenigen zich met het offer van Jezus. Intussen bidt de priester over de gaven van de gelovigen.
Dan volgt het eucharistisch gebed. Dit wordt ook wel prefatie genoemd. In het Sanctus wordt God tot drie keer toe heilig genoemd.
De volgende stap is het hart van de viering. Tijdens de consecratie worden brood en wijn het Lichaam en Bloed van Christus. De priester heft tijdens de lofprijzing de heilige gaven omhoog.
Het Onze Vader wordt gebeden, de mensen wensen elkaar vrede en de priester breekt het brood, ook wel hostie genoemd. Het Agnus Dei (Lam Gods) wordt gezongen en de priester nodigt de gelovigen uit deel te namen aan de maaltijd de heren.
Tijdens de communie deelt de priester de hosties uit aan de aanwezigen met de woorden ‘Lichaam van Christus’ waarop de gelovigen antwoorden met ‘Amen’.
Nadat de gebruikte kelken en andere benodigdheden zijn opgeruimd en nog een laatste mededeling zegent de priester de aanwezigen. Na het slaan van een kruisteken verlaat iedereen de kerk en gaat zijns weegs.